Een bepaling die veel voorkomt in de akte van huwelijkse voorwaarden is een verrekenbeding. Dit kan een periodiek of finaal verrekenbeding zijn. In allebei de gevallen moet bij een scheiding, als niet al periodiek is verrekend, (alsnog) verrekening plaatsvinden van de waarde van in principe alle tijdens het huwelijk verkregen vermogensbestanddelen. Bij een periodiek verrekenbeding geldt dit alleen als en voorzover die vermogensbestanddelen zijn bekostigd met verrekenbaar inkomen.
Soms is het verrekenbaar inkomen (overgespaard inkomen) nog fysiek aanwezig op spaarrekeningen; dan moet dat geld alsnog verdeeld worden. Maar vaak is het overgespaarde inkomen uitgegeven aan allerlei consumpties of gebruikt voor de aankoop van goederen. Als er goederen van zijn aangekocht, dan zullen deze verrekend moeten worden. Is verrekenbaar inkomen besteed aan aflossing van een hypothecaire lening (al dan niet via een verpande polis bij een aflossingsvrije hypothecaire lening), dan wordt dit beschouwd als investeren in de woning, zodat de waarde van de woning verrekend zal moeten worden.
Verrekenen houdt in dat de eigenaar van het vermogensbestanddeel aan de andere echtgenoot de helft van de waarde uitkeert. Het vermogensbestanddeel zelf hoeft dus feitelijk niet verdeeld te worden.
Het is goed om te weten dat het u vrijstaat samen met uw "ex" anders af te wikkelen. Uw advocaat zal u de mogelijkheden/wegen voorhouden.
Vermogensbestanddelen die zijn geërfd door een echtgenoot of geschonken gekregen of vermogensbestanddelen die een echtgenoot al in eigendom heeft verkregen vóór het huwelijk (staat van aanbrengsten), hoeven niet te worden verrekend.
Schulden vallen niet onder het verrekenbeding en kunnen niet worden verrekend. Uw eigen advocaat bespreekt de (on)mogelijkheden met u over de toedeling of verdeling van schulden. Schulden op naam van de één blijven voor rekening van die echtgenoot, zonder verrekening daarvan met de ander.
Gezamenlijke schulden moeten wel nog verdeeld worden. Als dat in uw situatie nog mogelijk is dan neemt de ene echtgenoot de schuld voor zijn rekening onder vrijwaring van de ander, of u zult de schuld 50/50 of in een andere verhouding moeten aflossen.
Het kan ook zijn dat de schuld “onverdeeld” blijft en dan maakt u afspraken over de verdeling van de lopende lasten (rente, aflossing) verbonden aan die schuld. Let echter op de externe aansprakelijkheid.
Mogelijk heeft u een vraag of wenst u een kosteloos adviesgesprek, neem dan gerust contact met ons op.