Kinderalimentatie is bij de ontvangende ouder niet fiscaal belast en bij de betaler forfaitair aftrekbaar (een vast bedrag, “persoongebonden aftrek” genoemd). De hoogte van de aftrek is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en het aantal kinderen. De aftrek geldt alleen bij een minimale onderhoudsbijdrage – dit is kinderalimentatie én omgangskosten samengeteld – van € 139,-- per kind per maand in 2014. Voor de vrouw is de netto kinderalimentatie daarom gelijk aan de bruto kinderalimentatie. Bij de man wordt soms het fiscale voordeel (de persoongebonden aftrek) opgeteld bij zijn beschikbare draagkrachtruimte, waardoor hij per saldo meer alimentatie zou kunnen voldoen. Of optelling plaatsvindt, is afhankelijk van de hoogte van de behoefte van de kinderen.
Als het kind in aanmerking komt voor studiefinanciering, dan is er geen sprake (meer) van persoongebonden aftrek en kan dus geen fiscaal voordeel worden ontvangen over de betaalde kinderalimentatie voor dit kind.